We zijn vroeg vertrokken richting de Hoge Venen, het is winter, koud en het wordt ondertussen al schemerig. Hoogste tijd om een plek te vinden om ons tentje op te zetten. Meestal duurt het niet lang voordat er een geschikt plekje voorbij komt en ook nu vinden we een veelbelovend stukje bos aan de rechterkant van het pad, we kijken elkaar aan en stappen over het slootje heen het sparrenbos in. Het is een klein, donker stukje bos en als we er doorheen lopen horen we het geluid van water. Even later staan we op een rots strandje aan de rand van het sparrenbos, we hebben de overnachtingsplek gevonden. De tent zetten we op in het donkere bos, de bodem heeft hier een dikke laag mos, dat zal heerlijk zacht slapen vannacht. We steken een klein kampvuurtje aan en na een snelle maaltijd zitten we deze avond op het rots strandje met een klein vuurtje en een fles Four Roses wisky.
Regelmatig herinner ik me mooie momenten van een van mijn vele wandeltochten. Om dit soort sprookjesachtige momenten ik hou van bossen, meer dan van open velden of grote vergezichten.
Voor mooie bossen hoef ik niet naar het buitenland, ik ga met veel plezier 's zondags vroeg in de ochtend een rondje rennen door het bos. Een beetje heiig nog, geen hond te bekennen.
Nou ga ik dit bericht toch met een iets negatievere noot afsluiten. De laatste paar jaar zie ik in de bossen hier in de omgeving dat kleine, smalle, charmante paadjes door boswachters worden afgesloten met als reden om het wild te beschermen! Op zich vind ik dat onzin, hier op de Veluwe worden grote aantallen zwijnen afgeschoten omdat er te veel zijn, moeten we ze dan ook nog meer rustige plekken geven? Aan de andere kant hebben de Nederlandse bossen wel erg veel paden en zouden er best een aantal afgesloten mogen worden, maar dan wel graag een paar van die saaie, rechte, brede paden!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten